Het Duitse model
Bultinck kreunde zich recht en sakkerde naar het stalletje links achter de coulissen. Het gekakel dat aanzwelde moet tot in de verre omtrek te horen zijn geweest. Het ging er hevig aan toe. Uiteindelijk kwam hij terug met een gietijzeren en met smeedwerk opgesierde kooi in de hand, waarin zich een haan bevond van welzeker 15 ponden. De kam op de kop leek me erg puntig en het beest keek nors voor zich uit. Ik denk trouwens dat de menigte het niet geapprecieerd zou hebben indien een dergelijke mooi dier geofferd zou zijn geworden aan de grillen van een Hollander. Bozerius beperkte zich tot het plukken van één grote veer uit de staart, en sommeerde vervolgens Bultinck het Engelse model erbij te halen, een zwaar snotterend geval met kleine, witgrijze sokjes, en tenslotte ook het Europese welk een van goud en zilver schitterende slagpen opleverde. Bozerius legde de veren voor zich op de tafel, plaatste z'n handen ernaast, strekte de armen en verzonk in diep gepeins. Men kon een speld horen vallen. De studie van pluimen, meer nog dan deze van nog amper kloppende harten, binnenstebuiten gedraaide magen of andere post mortem gegevens van kleine huisdieren, schijnt in het wereldje van wichelaars, magiërs en tovenaars allerhande tot de hoogste vormen van inzicht te leiden. Het is geen sterveling duidelijk hoe dit in z'n werk gaat.